




De SERASCA®-test, een verbeterde diagnose van rondworm infecties in mestvarkens!
Desondanks het feit dat verschillende studies de negatieve effecten van Ascaris op de bedrijfsproductiviteit hebben beschreven blijken weinig varkensboeren exact te weten in welke mate hun varkens met deze parasiet besmet zijn. Met de ontwikkeling van de SERASCA®-test is er een nieuwe en verbeterde methode beschikbaar voor de diagnose van rondworm infecties in mestvarkens.
Hoge Sensitiviteit en Specificiteit!
De diagnostische sensitiviteit en specificiteit, alsook de drempelwaarde van de SERASCA®-test, werden vastgesteld aan de hand van analyse van bloedstalen van 190 varkens die experimenteel werden geïnfecteerd met eieren van de spoelworm gedurende 14 weken. Bloed en meststalen werden geanalyseerd bij het begin van de proef, na 7 weken en na 14 weken. Figuur 1 toont de resultaten van de serumanalyse met de SERASCA®-test. De drempelwaarde om Ascaris-positieve en Ascaris-negatieve serum stalen te onderscheiden werd vastgesteld op ODr = 0.500 (stippellijn). Gebruik makende van deze drempelwaarde en de bloedstalen verzameld tijdens de experimentele infectieproef toonde de SERASCA®-test een gevoeligheid van 99.5% en een specificiteit van 100.0%.
Figuur 1: De box-plots geven de verspreiding weer van de ODr-levels die werden waargenomen tijdens de analyse van de serumstalen van 190 varkens op 0, 7 en 14 weken na constante experimentele infectie met A. suum. De horizontale stippellijn geeft de vastgestelde drempelwaarde van ODr = 0.500 weer.
Beter dan Mestonderzoek!
Voor de detectie van A. suum eieren in de mest wordt de kwantitatieve McMaster test meestal toegepast. De resultaten van dit onderzoek worden weergegeven als het aantal eieren per gram mest ofwel EPG. Het is belangrijk om te weten dat de EPG niveaus geen goed beeld weergeven van de hoeveelheid migrerende larven waaraan het varken werd blootgesteld aangezien het aantal wormen dat uiteindelijk volwassen wordt in de darm zeer variabel kan zijn en onafhankelijk is van het aantal eieren dat werd opgenomen.
Alhoewel mestonderzoek makkelijk uit te voeren is met relatief goedkope materialen is het een zeer tijdrovende methode waardoor hij niet geschikt is voor de analyse van grote hoeveelheden stalen. Daarenboven bestaat er een aanzienlijke kans op het voorkomen van vals positieve of vals negatieve resultaten.
Vals positieve resultaten:
- Coprofagie / Geofagie (EPG<200 kan als
vals positief beschouwd worden).
Vals negatieve resultaten:
- Als de staalname tijdens de eerste 6 weken
van een infectie gebeurt.
- Als enkel mannelijke of vrouwelijke wormen
aanwezig zijn in de darm.
- Als de natuurlijke immuunreactie de wormen
heeft afgedood voordat ze zich konden
ontwikkelen tot volwassen wormen.
Figuur 2: A. suum eieren die werden vastgesteld in een
meststaal aan de hand van de McMaster methode.
Als we het percentage seropositieve varkens vergelijken met het percentage varkens die eieren van de parasiet uitscheidden tijdens de infectieproef na 7 en 14 weken bleek het percentage seropositieve varkens beduidend hoger te liggen dan het percentage varkens die eieren uitscheidden op beide tijdstippen (Tabel 1).
Tabel 1: Het percentage varkens van het infectieexperiment waarin infecties met A. suum werden vastgesteld via mestonderzoek (McMaster) en via serologische analyse (SERASCA®-test).
Beter dan het % beschadigde levers!
In het slachthuis wordt het percentage levers die schade vertonen ten gevolge van larvaire migratie soms vastgesteld. Deze letsels, ook wel "white spots" genoemd, worden door de gastheer gevormd als reactie op de parasitaire larve die doorheen de lever migreert. Als levers 'white spots' vertonen is het zeer waarschijnlijk dat deze varkens recent werden blootgesteld aan een rondworm infectie (Figuur 2).
Het aantal 'white spots' is echter niet representatief voor de intensiteit van de parasitaire infectie. Enkele weken na de infectie beginnen de white spots opnieuw te genezen en verdwijnen ze. Daarenboven ontwikkelt een varken dat langdurig aan nieuwe infecties wordt blootgesteld een natuurlijke immuniteit die ervoor zorgt dat nieuw binnenkomende larven afgedood worden voordat ze de lever bereiken waardoor er dus geen white spots kunnen gevormd worden. Hierdoor is het gebruik van het percentage aangetaste levers als maat voor de infectieintensiteit niet aangeraden. Veelal wordt de echte infectieintensiteit onderschat met deze methode!
Figuur 3: Een afgekeurde lever bedekt met "white spots"
In een recente proef werd er op 20 Vlaamse varkensbedrijven het percentage beschadigde levers vastgesteld en vergeleken met de resultaten van serologisch onderzoek met de SERASCA®-test. Hieruit bleek dat op de meeste bedrijven slechts 0-10% van de varkens een beschadigde lever vertoonden, in tegenstelling tot de serologische gegevens die aantoonden dat op vele van deze bedrijven toch een aanzienlijk rondwormprobleem aanwezig was. Deze resultaten bevestigen vroegere aanwijzingen dat het gebruik van % aangetaste levers een aanzienlijke onderschatting van de werkelijke Ascaris infectiedruk op een bedrijf weergeeft.
Figuur 4: De relatie tussen het percentage beschadigde levers en de SERASCA®-testresultaten van 20 onderzochte Vlaamse varkensbedrijven.
Link naar een PDF met meer informatie over de diagnose van ascariose (Engels).
Link naar de wetenschappelijke paper die de ontwikkeling van de SERASCA®-test beschrijft (Engels).
